3
Praktisch | Pijn herkennen bij honden
www.licg.nl
Bovendien kan de hond bij de dierenarts last hebben van stress en angst. Het gedrag dat daarbij
hoort, lijkt op het gedrag bij pijn. Het is belangrijk dat u gedragsveranderingen die te maken
kunnen hebben met pijn al thuis, in de vertrouwde omgeving, kunt herkennen zodat u aan de
dierenarts kunt vertellen wat u heeft gezien.
Het gedrag dat een hond die pijn heeft laat zien, is sterk afhankelijk van de oorzaak van de pijn.
Daarnaast is de verandering in het gedrag van de hond bij acute pijn vaak anders dan bij
chronische pijn. Bij acute pijn verandert het gedrag in korte tijd, wat vaak snel opvalt. Chronische
pijn is moeilijker te herkennen. De subtiele gedragsveranderingen zijn vaak alleen herkenbaar voor
de mensen die de hond door en door kennen. Omdat bij chronische pijn het gedrag heel langzaam
verandert en niet gekoppeld is aan bijvoorbeeld een verhoogde hartslag, is de herkenning van
chronische pijn bijna geheel afhankelijk van pijnherkenning door u als eigenaar.
Gedragingen die kunnen duiden op pijn:
Verwijzen naar een pijnlijke plek: wanneer een hond pijn heeft op een bepaalde plek gaat hij
deze plek vaak herhaaldelijk likken, bijten of krabben. Vooral bij acute pijn wordt dat veel
gezien. Daarnaast probeert hij het pijnlijke (lichaams-)deel te verstoppen. Ook kan de hond
janken bij aanraking van een pijnlijke plek of zelfs proberen te happen om het pijnlijke
lichaamsdeel te beschermen.
Veranderde houding: honden met pijn hebben de neiging een houding aan te nemen die voor
hen het minst pijnlijk is. Wanneer een hond acute buikpijn heeft, kan hij bijvoorbeeld met zijn
voorpoten doorgezakt op de grond liggen, waarbij zijn kont in de lucht blijft. Dit kan een
poging zijn tot verlichting van buikpijn. Honden met chronische pijn vermijden vaak bepaalde
houdingen.
Veranderde interactie met mensen: honden die pijn hebben, reageren anders op mensen dan
normaal. Sommige honden willen bijvoorbeeld niet meer aangeraakt worden, terwijl anderen
juist aandacht opzoeken en steun zoeken. Zeker bij chronische pijn is het meest opvallende
probleem doorgaans het veranderde gedrag naar mensen toe.
Gapen, uitrekken en uitschudden: honden die pijn hebben gapen minder vaak, rekken zich
minder uit en ook uitschudden doen ze minder.
Verandering in beweeglijkheid: een hond met pijn kan veranderingen laten zien in de manier
van voortbeweging of bewegelijkheid. Ze lopen bijvoorbeeld kreupel of lopen stijver dan
voorheen. Bij chronische pijn zijn er vaak subtielere veranderingen in dagelijkse bezigheden
zoals gaan meer gaan liggen, moeilijker gaan zitten en weer overeind komen of minder graag
willen springen (bijvoorbeeld weigeren om de auto in te springen).
Voedsel: honden met pijn hebben soms een verminderde eetlust en
kunnen zelfs afvallen.
Janken: soms kan een hond zo’n pijn hebben dat hij ervan gaat
janken. Hoewel dit een voor de hand liggende uiting van pijn is, wordt
dit regelmatig bestempeld als aandacht zoeken en wordt de pijn niet
herkend.