Huisdierenbijsluiter | Hond           Algemeen In ons land leven bijna twee miljoen honden als huisdier. Behalve dat ze als gezelschapsdier worden gehouden, worden ze ook ingezet om allerlei taken te verrichten. Zo zijn er blindengeleidehonden, politiehonden, herdershonden, jachthonden en reddingshonden. Honden stammen af van de wolf. Door het fokken van verschillende rassen zijn er uiteenlopende vormen en maten ontstaan. Ook in vachttype en lichaamsverhoudingen zijn er grote verschillen. De gemiddelde levensduur van een rashond is tien jaar. Kleinere rassen en bastaardhonden worden vaak ouder, grotere rassen wat minder oud. Verschillende varianten Er bestaan meer dan 350 verschillende erkende hondenrassen, die ontstaan zijn door gericht fokken op een bepaald type. Dit aantal groeit nog steeds. De erkenning van rassen is in handen van de overkoepelende internationale organisatie FCI (Fédération Cynologique Internationale). De rasstandaard van elk ras, de beschrijving van eisen waaraan een hond moet voldoen om als rashond te worden aangemerkt, wordt opgesteld door het land van herkomst van het ras. Binnen landen bestaan rasverenigingen van verschillende rassen waarbij fokkers zich kunnen aansluiten. In Nederland bestaat de overkoepelende organisatie Raad van Beheer op Kynologisch Gebied, waarbij rasverenigingen zich kunnen aansluiten en die onder andere de uitgifte van stambomen beheert. De rassen zijn ingedeeld in tien rasgroepen, grotendeels gebaseerd op het doel waarvoor de hond is gefokt. Er is bijvoorbeeld een groep Herdershonden en veedrijvers, een groep Gezelschapshonden en een groep Staande honden.  Er zijn grote verschillen tussen de rassen in uiterlijk, formaat en karakter. Zo kunnen sommige kleine hondenrassen, zoals de Chihuahua en de Pekingees, een schofthoogte (hoogte vanaf de grond tot aan de schoudertoppen) van minder dan twintig centimeter hebben, terwijl de Karabash en de Ierse Wolfshond een schofthoogte hebben van meer dan 70 centimeter. Veel rassen zijn oorspronkelijk gefokt voor een specifieke functie, zoals het drijven van vee (Border Collie), de jacht op vossen (Fox Terriër), en het trekken van een slede (Husky). Het gedrag van deze honden is afgestemd op dit doel, en dat is iets om rekening mee te houden bij het kiezen van een ras. Ook binnen een ras kunnen er variaties zijn. Er zijn rassen waarbij er een speciale foklijn voor werkhonden is. De honden uit zo’n foklijn hebben dan bijvoorbeeld veel beweging nodig en zijn vaak pittiger van karakter.  Het fokken van rashonden gebeurt tegenwoordig bij veel rassen voornamelijk op basis van uiterlijke kenmerken en veel minder op karakter en functionaliteit. Toch zijn de oorspronkelijke karaktertrekken meestal nog aanwezig. Rasverenigingen beschikken over specifieke informatie van hun ras.  Behalve rashonden met een FCI-stamboom, ook wel stamboomhonden genoemd, zijn er ook heel veel niet-rashonden. Dit kunnen ‘look-alikes’ zijn, honden die sterk op een ras lijken maar geen stamboom hebben. Ook bestaan er kruisingen tussen twee rassen, en bastaards, kruisingen van meerdere rassen die moeilijk te herleiden zijn. Om een idee te krijgen van de eigenschappen van zo’n dier kunt u proberen te achterhalen welke rassen of rasgroepen erin terug te vinden zijn. Van nature Mens en hond leven waarschijnlijk al zo’n 15.000 jaar samen. Als afstammelingen van de wolf zijn honden sociale dieren, die graag in een groep leven. Zo’n groep is wel anders dan bij de wolf. Een roedel (groep) wolven bestaat meestal uit twee ouders, hun welpen (jongen) en de oudere
www.licg.nl
2  
Volgende pagina Volgende pagina Vorige pagina Vorige pagina